Retro: De Sint-Rosa Ronde in de nasleep van Yvoir 1975

Kollenberg, Sittard

In de grootsheid en het beklijvende van een koers spelen achtergrondverhalen vaak een ondergeschikte rol. Toch vormen deze anekdotes en getuigenissen voor een groot deel de mythe welke de koers zo mooi maakt.

Sint-Rosa Ronde 1975, editie 8
1 september 1975
Criterium Sittard (Kollenberg) – 100 KM

In de tijd dat ieder zichzelf respecterend kerkdorp of -stad een zogenaamde kermiskoers of criterium organiseerde, ontbrak Sittard al sedert 1943 op deze omvangrijke lijst. Sittard, dankzij de befaamde Oranje- en Aderlaanbaan ooit een werkelijk bolwerk in de vaderlandse wielersport, verloor gedurende de Tweede Wereldoorlog deze wielerbanen en daarmee ebde ook de liefde en interesse voor de wielersport langzaam weg. Dankzij de harde labeur én het binnenhalen van enkele gerenommeerde profs door het Wielercomité Sittard, komt daar echter na ruim 26 jaar (1969) verandering in.

Gekozen wordt voor een criterium op de maandag van de Rosa-kermis: een heugelijke feest-driedaagse in teken van de Heilige Sint-Rosa. Rosa van Lima, de gevierde beschermheilige en stadspatrones van Sittard, had en heeft haar kapel op de top van de Kollenberg, geografisch gezien de hoogst gelegen heuvel van Zuid-Limburg en daarmee dus van het Heuvelland. Logischerwijs staat deze kapel dan ook centraal in het criterium, dat haar start en aankomst krijgt op de plaats waar voorheen de Adelaarbaan gesitueerd lag. Direct weet de organisatie de kersverse wereldkampioen Harm Ottenbros, alsmede Roger de Vlaeminck en Jan Janssen te contracteren. De publieke belangstelling is groot, een criterium is geboren.

De eerste editie is een prooi voor nieuwbakken prof Harry Jansen uit Westzaan. In een sprint klopt hij de Limburgers Harry Steevens en Jan Krekels en de koersdrift bij velen valt op. Vanaf de start wordt er voor iedere meter gestreden op de loodzware omloop, die liefst vijftigmaal dient te worden gereden. De spreekwoordelijke brokstukken vliegen haast uit het asfalt en menig topper laat zich van voren zien. De succesvolle eerste editie smaakt naar meer, niet in de laatste plaats bij de heren renners zelve.

Door de jaren heen geven diverse nationale én wereldtoppers acte de presence in Sittard, waarbij de renners zich ouderwets omkleden bij de lokale bewoners die aan het parcours wonen. Zo ook bij Victor Moormann thuis.

Getuigenverslag Victor Moormann

“Ik woonde destijds aan het parcours, waarvan de finish op de kruising Beukeboomweg en Charles Beltjenslaan lag. Als kind verkochten we rondom de koers vanuit de voortuin limonade en knakworsten in ons winkeltje. We struinden het parcours af op zoek naar bidons.

Wij hadden vroeger (ikzelf ben van 1963) een grote, dubbele garage thuis, op twintig meter van de aankomst, waarin de gehele ploeg van Ti-Raleigh zich kon omkleden. Peter Post deelde petjes en posters met handtekeningen uit. Hoe dichter je bij de finish woonde, hoe groter de namen van bezoekende renners waren.  Zo hebben we ook Bernard Hinault in huis gehad. Zeker de geur van het spul wat de renners op hun benen smeerden is me altijd bijgebleven.”

In 1977 weet een jonge Henk Lubberding de Rosa Ronde op zijn nog vrijwel lege palmares te schrijven. John Hertogh, oud-schoolmeester en schrijver van beroep, schreef zijn persoonlijke anekdote van deze editie op in t Zittesj dialect;

Bekans 40 jaor geleeë, in 1977 woort de grote St.Rosa Runj in Zitterd gehawte. Vruiger waar ’t de geweunde óm deilnummesj aan ‘ne fitswedsjtried te laote ómkleije bie de luuj thoes. ’t Gouf toen nog gein rennesjbösse en ze verdeinde te wenig óm nao ein pensioon of hotel te gaon. Ich woonde doe veuraan oppe Leijebroukerwaeg. 

Zo passeierde ’t dat ‘r aan de paort woort geklop en ‘ne sjmale, lankhäörige jóng vroug in ein Gelders dialek of hae zich biej ós urges koosj ómkleije. Ich haw get mitliej mit häöm en leit häöm en ziene fits door de paort en wees ‘m de waeg nao ós wirkes. Dao lag ich ‘m ouch nog zeip en handjdouk gereid naeve de wesjbak. 

Noe wós ich van fitserenne aeveväöl es van fierljeppe en ich haw de jóng ouch neit nao ziene naam gevraog. Mer hae sjtèlde zich zelf veur es Henk Lubberding en leek get gepikeierd, wie ich gein teike van herkènning gouf. Ich dach dat hae zenewechtig veur de runj waar en wunsjde häöm väöl sukses wie hae oppe fits nao de sjtart góng. 

Twee en ei hawf oer later koum d’r trök en hae haw de runj gewónne! “Weten jullie nu wie ik ben?”, vroug hae nogal pritsj. Hae wesjde zich flot en vertrók zónger danke of daag te zègke. 

Miene naober dach dat ich ’t ” sjoud “ waar dat dae Lubberding gewónne haw. Mesjiens haw hae zich geërgerd dat veer häöm neit herkend hawwe. ’n Jaor later wón daezelfde sjpichtige lankhäörige jóng de Touretappe nao Pau! 

John Hertogh

Yvoir 1975

Op de eerste dag van september 1975 verkeert Nederland, en daarmee Sittard, in een ongekende jubelstemming. In het Belgische Yvoir is de de dag voordien Hennie Kuiper wereldkampioen op de weg geworden, als sluitstuk van een ongeëvenaard succesvol oranjeweekend in en rondom het glooiende en raadselachtige landschap van de Ardense Condroz. Naast de overwinning van Kuiper worden er tevens een drietal eerste plaatsen op de baan behaald. Ook Tineke Fopma (vrouwen) en Ard Gevers (amateurs) worden na afloop gehuldigd in de regenboogtrui. Kuiper en Gevers verschijnen daags nadien direct aan de start in Sittard.

Waar Kuiper in Yvoir vooral wordt gezien als outsider, in tegenstelling tot Joop Zoetemelk, profiteert hij van onlusten in de Belgische selectie, veroorzaakt door een quasi ongelukkige opmerking van Roger de Vlaeminck aan het adres van Lucien van Impe op de teambespreking de avond voordien. Op de vraag van Albert van Mossevelde, voorzitter van de Belgische wielerbond, ‘of ze er alle elf waren’ antwoordde de Vlaeminck quasi grappend: ‘nee, met tien en een halve’, doelend op de van postuur kleine Van Impe. Dit schoot direct in het verkeerde keelgat bij de ranke klimmer die reageerde met: ‘ik hoop dat je die halve morgen niet nodig gaat hebben’. De rel was geboren, en inderdaad; met het surplus aan kopmannen was er niemand die het gat op Kuiper kon of wou dichten. Zeker Lucien van Impe niet.

Waar het gebrek aan samenwerking de Belgische selectie opbreekt, doet de Nederlandse equipe het beduidend beter. Vooraf wordt er nog gevreesd voor onvoldoende steun uit kamp-Post (Raas, Schuiten, Pronk), maar gedurende de koers blijken alle neuzen dezelfde richting op te staan. De gehele dag door zijn de oranjemannen actief, geen slag wordt gemist en wanneer Kuiper zijn definitieve slag slaat wordt zijn vlucht beschermd door Knetemann en kopman Zoetemelk. Op de meet heeft Kuiper aan zeventien seconden genoeg om zich in de regenboogtrui te hijsen. Roger de Vlaeminck sprint dan wel naar de tweede plaats, maar beseft zich terdege dat hij dé kans op de wereldtitel heeft laten lopen. Een kans die zich nimmer in zijn carrière meer voordoet.

Joop Zoetemelk

Wie ook een kans op de wereldtitel aan zich voorbij ziet gaan is de beoogde kopman in Yvoir, Joop Zoetemelk. Hoewel hij na afloop de toegesnelde pers toevertrouwt niet teleurgesteld te zijn en daarom deze politiek correcte woorden sprak; “Ik ben niet teleurgesteld. De ploeg heeft geweldig gereden. Ik was de eerste man, maar als ik niet zou winnen, moest ik alles doen om het toch een Nederlander te laten zijn. Met deze uitslag is de Nederlandse wielersport gediend. Ik kan er in berusten, er kan er tenslotte maar één winnen.”

Toch valt dat ‘er in berusten’ nog te bezien. De volgende dag, bij de start in Sittard, wil hij een tweetal dingen duidelijk maken. Allereerst zal hij zijn topvorm gaan demonstreren aan het toegestroomde publiek in Sittard, om daarnaast te bewijzen dat ook hij de dag voordien een greep naar de troon had kunnen doen, mits hij niet aan de ploegafspraken gebonden was. Dat laatste onderstreept hij na afloop in Sittard bij bondscoach Jan Janssen; “Jan, als ik óóit de kans had wereldkampioen te worden, dan was het toch wel in Yvoir”.

Demonstratie

Die septemberdag in Sittard laat hij geen spaan heel van de concurrentie. Vrij kort na de start weet Joop zijn teleurstelling om te zetten in grinta. Spoedig dubbelt hij het gehele peloton, mét daarin Hennie Kuiper en Bernard Thévenet, de winnaar van de Tour de France eerder dat jaar. Hij duldt die dag geen enkele tegenstand of tegenaanval en springt nogmaals uit de meute weg. Tezamen met ploegmaat Gerrie Knetemann, die na een fikse achtervolging aansluiting weet te vinden, rijdt hij iedereen in de vernieling en strijkt kort voor het einde nogmaals op het peloton neer. Met twee rondes voorsprong wint een ontketende Joop Zoetemelk de zevende editie van de Sint-Rosa Ronde en haalt daarmee toch een beetje zijn gram. Na 1973 wint Joop Zoetemelk ook in 1975 de Sint-Rosa Ronde.

Tekst: Niels Smits – © 2022
Bron: Limburgsch Dagblad, privéarchief Jean Houben, Victor Moormann, John Hertogh
Foto’s: Privéarchief Jean Houben

Lees ook andere verhalen

Bestel hier een gesigneerd exemplaar van ‘Heuvel wat ben je mooi’En ontvang een gratis magazine van Vélo Limburg. 

Heuvel, wat ben je mooi

Het boek Heuvel, wat ben je mooi bestel je middels onderstaand contactformulier.

€15,95