700 meter – EDI: 12.80
Gilde der beklimmingen Amstel Gold Race: JA
–
Ga er maar aan staan. Sinds enkele jaren herbergt jouw land, jouw provincie een klassieker die de potentie heeft om niet te misstaan tussen de Monumenten. Wanneer door onvoorziene omstandigheden diens finish dat jaar ook nog eens in jouw dorp plaatsvindt, dan heb je maar één droom. En die droom wordt gedeeld en gedragen door jouw dorpsgenoten, die jou op handen dragen, maar die naast hopen, misschien ook wel verwachten, dat je hét doet. Winnen. Velen in het verleden, maar ook in het hier en nu, zullen echter bezwijken onder deze mate van druk. Zo niet Harrie Steevens uit Elsloo.
In 1968 wordt eens nietszeggende kermiskoers in Roeselare, vanwege oudere rechten, voorrang verleend op de UCI-kalender ten koste van de nog prille Amstel Gold Race, die na een stroeve start in 1966 snel aan reputatie begint te winnen. Het lijkt vanwege een bomvolle koerskalender onmogelijk om de koers andermaal te verplaatsen, maar toch lukt het de organisatoren, onder leiding van Herman Krott en Ton Vissers, om een geschikte datum te vinden. Eenmalig dient er uitgeweken te worden naar september.
Waar normaliter Meerssen voorzien is als finishplaats voor de Bloesemklassieker, is in een eerder stadium besloten dat vanwege logistieke problemen aldaar een finish op bijvoorbeeld de Raarberg (net als het voorgaande jaar) niet mogelijk is. Uitgeweken wordt er naar Elsloo, een wielerdorp bij uitstek en tevens de woonplaats van Arie den Hartog, de winnaar van vorig jaar. Dat ook de winnaar van 1968 uit het Maasdorp zou komen kon men toen nog niet bevroeden.
Thuisrijder Harrie ‘de witte’ Steevens rijdt die dag als in een roes. Tenminste, daar lijkt het toch op. De felle wind, enkele fikse regenbuien, onwelwillende concurrenten en liefst vier lekke banden; deze dag kan niets hem stoppen. Al op de klim bij Piemert, het klooster van Hoogcruts, mikt hij voor het eerst de knuppel in het hoenderhok. Samen met provinciegenoot Hub Harings wordt hij echter snel weer teruggehaald door het peloton, dat een ontsnapping met deze twee Limburgse kleppers hoogstwaarschijnlijk niet ziet zitten. Kort daarop lijkt een nieuwe poging van Steevens en enkele metgezellen meer succes te hebben, maar op het lastige omloopcircuit tussen Elsloo en Geulle wordt ook deze vluchtpoging teniet gedaan.
Lastig staat in dit geval voor de beklimming van de Snijdersberg, die in de laatste veertig kilometer liefst zesmaal bedwongen dient te worden. Logischerwijs worden alhier diverse pogingen ondernomen om een sprint te ontlopen. Op initiatief van de Belg Roger Rosiers, die ten aanval trekt op de Snijdersberg, komt Harrie Steevens echter opnieuw vooraan te zitten. Ditmaal definitief.
Hij neutraliseert een volgende aanval van Rosiers op de lastige beklimming en laat zich vervolgens niet uit de tent lokken wanneer de Belg weigert om nog langer kopwerk te doen. Pakweg een tiental achtervolgers nadert daardoor rap, maar Steevens maakt het voor een uitzinnige menigte in de straten van Elsloo overtuigend en op grootse wijze af. Sprintend vanaf de kop trakteert de Witte van Aelse het thuispubliek, dat door de schermutselingen en het continue veranderende koersverloop de gehele dag in spanning heeft gezeten, op een heus dorpsfeest.
Die dag, na tweehonderd kilometer koers onder pittige omstandigheden, lag de sleutel tot de overwinning op de Snijdersberg in Geulle, die normaliter al een niet te onderschatten heuvel was. Want hoewel de nabijgelegen Slingerberg (eigenlijk Hussenberg) een veel grotere reputatie heeft en mede daardoor een stuk bekender is bij het peloton wielertoeristen, valt hij qua moeilijkheidsgraad in het niet bij de Snijdersberg.
De Slingerberg dankt zijn naam aan de prachtige hairpin, die logischerwijs naar boven slingert. Echter ligt de top van de Slingerberg in de buurtschap Hussenberg, wat tevens de verwarring veroorzaakt. Over de schoonheid van de Slingerberg valt niet te twisten, maar verwacht geen serieuze problemen. Zonder meer is dit één van de mooiste en meest toegankelijke beklimmingen van het land, die meer dan eens scherprechter mocht zijn gedurende de nationale kampioenschappen en al jarenlang een vertrouwd gezicht is in de beginfase van de Amstel Gold Race.
Ook de Snijdersberg is gezegend met een haarspeldbocht, maar ontleent zijn naam dan weer aan de gelijknamige top van de heuvel die door de jaren heen is uitgesleten door de Maas. Het grote verschil met de Slingerberg is in stijgingspercentages uit de drukken. Net na de haarspeldbocht wordt het voor honderden meters namelijk echt lastig en snijdt deze heuvel als het ware je adem af.
Overigens kun je er aan de voet van de Snijdersberg ook voor kiezen om middels de Schieversberg (Moorveldsberg) de heuvel te beklimmen. Net als de Snijdersberg biedt deze meer fysieke uitdaging dan de befaamde Slingerberg.
En route.
Snijdersberg (de buurtschap), Hussenberg, Stommeveld en Moorveld zijn de namen van aaneengegroeide buurtschappen die samen de kern van Geulle-boven vormen, en bereikt worden via de inmiddels bekende beklimmingen. Eigenlijk zijn dit drie geasfalteerde beklimmingen van het Bunderbosch, dat dan weer een aaneengesloten lint vormt van allerlei kleine bosgebieden. Een bos dat uniek is voor ons Heuvelland door haar ondergrond van klei, waardoor her en der beekjes en bronnen ontspringen. Niet dat je hier gedurende het bedwingen van deze uitspattingen overigens tijd of energie voor hebt.
De Snijdersberg heeft dus dezelfde voet als de Schieversberg, in buurtschap Hulsen (onderdeel van Geulle beneden), en beide laten je genadeloos voelen hoe het met de benen gesteld is vandaag. Maar kies je voor links of rechts? Vanwege zijn beslissende verleden in de koers van toen bestijgen we nu de Snijdersberg.
Komende uit de richting Broekhoven (middels de Processieweg) fiets je onder het spoor door. Omdraaien is vanaf nu geen optie meer. Heb je last van overmoed, dan ben je voer voor de ratten. Zeker indien je van plan bent jezelf te overtuigen dat het wel meevalt met die Snijdersberg. En daar schuilt dan ook direct het gevaar.
De beklimming.
Zuchtend, krakend en stoempend. Een gemiddelde toerfietser ervaart deze ellende gedurende hun calvarietocht naar boven. Langs het spoor tot aan de bewuste haarspeldbocht toont de Snijdersberg zich nog alleszins aardig, maar zodra het prachtige pand aan de rechterzijde, dat als een soort herder waakt over de bocht, wordt gepasseerd blijkt hij toch een stuk onvriendelijker. Serieuze moeilijkheden ontstaan dan ook hier.
Een knik van honderden meters omringd door het eerdergenoemde Bunderbosch vormt de hoofdmoot in de toch wel fraaie beklimming. Het wegdek is perfect (breed en goed geasfalteerd), de omgeving is rustig en mooi, maar je tast diep in je arsenaal van krachten. Je bent een knappe jongen (of meid!) wanneer je de Snijdersberg volledig in één ruk uit kan doen. De uitloop in het gelijknamige gehucht stelt dan weer weinig voor, maar vaak is de pijn daar al geleden. Bovenaan sla je rechtsaf richting Moorveld om de cirkel rond te maken. Via de afdaling van diens beklimming kom je opnieuw onder aan de voet van de Snijdersberg uit.
In koers.
De Pijl van Limburg, Boels Ladies Tour, Ronde van Limburg, Klimmerstrofee Brand Bier (vrouwen), officieuze klimkampioenschappen, rondjes om de kerk diverse amateurkoersen- en kampioenschappen, Omloop van de Maasvallei, Olympia’s Ronde, het NK van 1983 (waarin de Snijdersberg liefst dertig maal diende te worden beklommen) en dus de Amstel Gold Race van 1968. Zomaar enkele koersen, in een willekeurige volgorde, die gebruik mochten maken van het geplaveide wegdek op deze helling in het Bunderbosch. Weinige beklimmingen in het Heuvelland hebben zo’n indrukwekkende staat van dienst in het Limburgse-, maar zeker ook in het Nederlandse wielrennen als de Snijdersberg in Geulle.
Tekst: Niels Smits – © 2021